SV | Maar zijn vlees, [nog] aan hem zijnde, heeft smart; en zijn ziel, in hem zijnde, heeft rouw. |
WLC | אַךְ־בְּ֭שָׂרֹו עָלָ֣יו יִכְאָ֑ב וְ֝נַפְשֹׁ֗ו עָלָ֥יו תֶּאֱבָֽל׃ פ |
Trans. | ’aḵə-bəśārwō ‘ālāyw yiḵə’āḇ wənafəšwō ‘ālāyw te’ĕḇāl: |
Maar zijn vlees, [nog] aan hem zijnde, heeft smart; en zijn ziel, in hem zijnde, heeft rouw.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
Maar zijn vlees, [nog] aan hem zijnde, heeft smart; en zijn ziel, in hem zijnde, heeft rouw.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!